Eindelijk oplossing voor stagnerende diertransporten
De afgelopen periode is er veel onduidelijkheid ontstaan over...
Binnenkort wordt een nieuwe Tweede Kamer gekozen. Wat hebben de politieke partijen in petto voor onze varkenshouderij? POV legde de verkiezingsprogramma’s naast elkaar. Grofweg kunnen de partijen worden ingedeeld in drie groepen. Hieronder de uitkomsten.
(Volt, D66, GroenLinks/PvdA, SP, PvdD, CU, NSC)
Volt wil een snelle ombuiging van de intensieve veehouderij naar circulaire en natuurinclusieve landbouw. Intensieve veehouderij past niet in het plaatje van Volt. Datzelfde geldt voor GroenLinks/PvdA. Deze gecombineerde partij wil een einde aan een varkenshouderij waarbij dieren niet naar buiten kunnen. Uitloop wordt verplicht. Er wordt gesproken over een forse verkleining van de veestapel. D66 spreekt van een halvering van het aantal varkens in Nederland. De blijvers moeten voldoen aan kringlooplandbouw. Ook de visie van SP valt in dit plaatje. SP wil naar meer boeren, met minder dieren, extensiveren en geen intensieve bedrijven meer.
De nieuwe partij NSC van Pieter Omtzigt scoort hoog in de peilingen. NSC wil toe naar 25% minder varkens in Nederland. De partij spreekt over een “snelle krimp”. Ook wil deze partij een einde aan de megastallen. De CU wil ook deze richting op: meer extensieve landbouw, minder vee.
De Partij voor de Dieren wil voor de korte termijn 75% minder dieren in Nederland en voor de langere termijn helemaal geen veehouderij meer.
(VVD, CDA)
Voor de VVD is de omvang van de landbouw geen doel op zich, maar deze partij wil wel strengere randvoorwaarden stellen aan bedrijven, op een aantal thema’s. Bijvoorbeeld: dierenwelzijn, antibioticagebruik, stalbranden. Ook wil deze partij de transitie naar meer plantaardige eiwitten in de voeding stimuleren. CDA kiest in haar nieuwe verkiezingsprogramma weer iets meer partij voor de boeren: steun voor het eten van meer plantaardige eiwitten, maar dierlijke eiwitten blijven belangrijk voor een gevarieerd voedselaanbod.
(BBB, SGP, BVNL, JA21, FvD)
BBB, SGP, BVNL, Ja 21 en FvD zetten de voedselproductie en het toekomstperspectief voor boeren voorop. Wel zijn er accentverschillen tussen partijen. BVNL schaart zich pal achter de veehouders. Met slogans als ‘geen boeren, geen eten’ en ‘wij hebben de beste veehouders in de wereld’. De partij strijdt voor een toekomst voor de landbouw en het platteland en moet niks hebben van de ‘eiwittransitie’. Ook bij BBB moeten mensen de vrije keuze hebben in wat zij willen eten. Zonder geduw van de overheid naar een bepaalde richting. De partij strijdt voor een werkbaar toekomstperspectief voor boeren, wil de goede Nederlandse landbouwgronden en boeren behouden, maar vraagt ook enige aandacht voor het milieu en duurzame productiewijzen. De visie van SGP ligt in lijn met die van BBB voor wat betreft onze boeren. Zij zetten zich in voor een werkbaar toekomstperspectief voor boerenbedrijven mét een goede zorg voor het milieu. JA21 vindt dat voedselproductie niet moet worden bepaald door de overheid, maar door de markt. Wel wil deze partij dat het dierenwelzijn een prominentere plek krijgt bij de varkenshouderij. Varkenshouders passen in de visie van genoemde partijen.
FvD zet ook de voedselproductie voorop, wil minder regels, maar ook de grondgebonden veehouderij stimuleren. Wat dit gaat betekenen voor varkenshouders is niet duidelijk.
Het landbouwprogramma van PVV is tweeslachtig. Aan de ene kant vindt PVV dat er zuinig moet worden omgesprongen met de Nederlandse landbouw en is zij wars van het idee dat boeren het milieu vervuilen. Op het dossier dierenwelzijn neigt de PVV dan weer naar de Partij voor de Dieren. Varkenshouders hebben waarschijnlijk weinig te verwachten van deze partij.