Extern salderen maakt stikstofchaos groter
De exacte oorzaken van de uitbraak van Afrikaanse varkenspest (AVP) bij bedrijven in het Duitse Baden-Württemberg en Nedersaksen zijn nog niet bekend. Wel is een aantal mogelijke factoren uitgesloten.
Van het lijstje met mogelijke oorzaken, is een aantal afgestreept. Dit zijn: wilde zwijnen, andere varkens in de regio, betrokkenheid jacht en fourage/voer.
In beide regio’s zijn zwijnen afgeschoten en getest, deze waren vrij van AVP. Daarnaast zijn varkenshouderijen in de regio getest, ook hier werd geen AVP aangetroffen. De eigenaar en medewerkers zijn niet betrokken bij jacht op wilde zwijnen. Al het voer van het bedrijf is getest en bleek vrij te zijn van AVP.
Afgelopen week heeft de POV wederom veel afstemming gehad met de partijen binnen het preventieteam. In dit team zijn alle sectoren vanuit de gehele keten vertegenwoordigd. Preventie van AVP is schaken op vele borden. Daarnaast zijn er weer verschillende vragen gesteld die hieronder worden beantwoord.
Heeft u buitenlandse medewerkers en gaan deze binnenkort op vakantie in eigen thuisland? Geef ze een flyer mee. Download de oproepen voor buitenlandse werknemers in het Tsjechisch, Roemeens, Bulgaars, Pools, Nederlands en Engels.
Uit het gebied met een besmet bedrijf kan niet veel. Er is een verbod op het vervoer van:
Ook mag er geen voer, fourage, grondstoffen van een bedrijf van varkens vervoerd worden. Dit alles is Europese regelgeving.
Voor een kerngebied met besmette wilde zwijnen, gelden iets andere beperkingen. Het gebied wordt afgezet. Daaromheen komt een buffergebied van 10 km breed, waarin de volgende zaken niet zijn toegestaan:
Menselijke handelen staat nog steeds op nummer 1. Het gaat dan bijvoorbeeld over het achterlaten van besmet vlees op een parkeerplaats, waar wilde zwijnen bij kunnen komen. Dit was vaak de oorzaak van besmettingen in verschillende Europese landen. Op deze wijze maakt AVP sprongen naar nieuwe lokaties.
Het risico van voer wordt veel lager ingeschat. Dit vanwege de kwaliteitssystemen (GMP+ en securefeed) in Nederland. Daarnaast is er geen hard wetenschappelijk bewijs dat AVP via diervoer kan leiden tot besmettingen bij varkens.
De biosecurity - de hygiëne op en rond het bedrijf en van vervoersmiddelen - is wél weer een grote risicofactor.
De risico’s worden steeds geanalyseerd door het expertteam AVP, waar bijvoorbeeld GD bij betrokken is. Ook worden risico’s en signalen steeds besproken in het preventieteam AVP, waar de POV en ketenpartijen inzitten. Zij zorgden er onder meer voor dat er waarschuwingsborden kwamen bij parkeerplaatsen.
Voor al het transport van evenhoevigen (varkens, runderen, schapen, geiten, herten) vindt een dubbele R&O plaats bij terugkeer of afkomst uit Duitsland. Dit was al ingesteld voor Duitsland i.v.m. eerdere uitbraken van AVP.
Het op tijd melden van de aan- en afvoer van varkens in het Identificatie en Registratiesysteem (I&R) blijft een belangrijk aandachtspunt. Bij een onverhoopte besmetting is een zeer snelle traceerbaarheid van dieren van groot belang.
De wettelijke meldtermijn is 2 werkdagen. NVWA geeft een schriftelijke waarschuwing bij meldingen die minder dan 7 dagen te laat worden gedaan. Bij 3 keer 7 dagen te laat melden, krijgt de dierhouder een bestuurlijke boete. Na iedere schriftelijke waarschuwing of bestuurlijke boete volgt een herinspectie op kosten van de varkenshouder. Dit interventiebeleid van de NVWA staat los van de uitbetalingsregeling die plaatsvindt bij een uitbraak van AVP.
U heeft vooral controle over uw eigen erf en stal. Neem daarom alle biosecurity regels uiterst serieus. Heeft u een douche bij de stal? Gebruik deze en verplicht uw bezoekers en personeel om deze ook te gebruiken. Maak daar een gewoonte van.
Verdere maatregelen: