Afrikaanse Varkenspest voorkomen en bestrijden

Informatie over hoe een AVP-uitbraak in Nederland te kunnen voorkomen en bestrijden.          

Waakzaamheid vereist

De POV roept ondernemers en (mede)werkers op om het maximale te doen om te voorkomen dat het Afrikaanse Varkenspest (AVP) virus ons land bereikt. De keten is zo sterk als de zwakste schakel. 

Vul de AVP-preventiescan in om de situatie op uw eigen bedrijf te controleren. De POV heeft in samenwerking met de Gezondheidsdienst voor Dieren, dierenartsenorganisaties KNMvD en CPD, en Wageningen Bioveterinary research de AVP-preventiescan gelanceerd. Deze scan is opgesteld voor zowel commercieel als buiten gehouden varkens. ‘Spoor de lekken op je bedrijf op en dicht ze.’

Mocht het toch binnenkomen in Nederland, dan moeten we er samen voor zorgen dat het snel wordt ontdekt, zich niet verder verspreidt, snel wordt geïsoleerd en uitgeroeid.

Actuele informatie over AVP

Actueel nieuws brengt de POV via de Nieuwsbrief onder de aandacht van de leden. De actuele AVP-situatie en -informatie is te volgen via de volgende websites:

BESTRIJDING AVP

Dat een besmetting met AVP in Nederland grote economische gevolgen heeft, hoeft geen betoog. Hoewel er internationaal is afgesproken dat een besmetting bij wilde zwijnen de AVP status van een land niet beïnvloedt, is de kans bijna 100% dat derde landen handelsbarrières opwerpen. Hierdoor kan de export ernstig worden belemmerd met alle gevolgen van dien.

Blijf alert en neem verantwoordelijkheid

De POV roept varkenshouders op om alert te blijven. Werk als varkenshouder voor 100% bioveilig. Als varkenshouder heb je invloed op je eigen bedrijf. Volg de maatregelen uit IKB en protocollen strikt na. Loop de bedrijfsvoering en de ‘externe biosecurity’ nog eens goed na met behulp van de AVP-preventie scan. Breng de ‘lekken’ in beeld en dicht deze. 

Kernpunten:

  1. Laat uitsluitend mensen op uw bedrijf toe die er noodzakelijk en beroepsmatig moeten zijn. Zorg ervoor dat alle erfbetreders de hygiënemaatregelen in acht nemen. Verleen toegang uitsluitend na douchen (als dat mogelijk is) en met bedrijfskleding.
  2. Controleer nauwkeurig of de veewagens die op uw bedrijf komen om te laden goed gereinigd en ontsmet zijn. Stuur de wagen weg wanneer u de indruk heeft dat dit niet op orde is. Vraag naar en controleer het R&O-boekje en check of na bezoek aan een risicoland of risicoregio er een extra R&O in Nederland heeft plaatsgevonden. Wees extra alert met buitenlandse wagens en chauffeurs.
  3. Zorg ervoor dat de R&O-voorzieningen en -middelen op uw bedrijf zodanig in orde zijn dat een veewagen na lossen van de dieren uw bedrijf goed gereinigd en ontsmet kan verlaten. Zie hiervoor de flyer op de website van Vee&Logistiek Nederland en POV.
  4. Let goed op met (seizoens-)medewerkers uit het buitenland. Voorkom dat buitenlandse werknemers etenswaren meenemen uit hun thuisgebieden en overhandig hen een flyer.
  5. Koop geen ruwvoer of fourageproducten (snijmais, stro, hooi, hokverijkingsmateriaal) afkomstig uit risicolanden, risicogebieden of van onbekende herkomst. 
  6. Neem nog eens goed de IKB-eisen en uw eigen bedrijfsprotocollen door. Vul de AVP-preventiescan in. Doe dit desgewenst samen met uw dierenarts of hygiënespecialist. Spoor de ‘lekken’ op en dicht ze
  7. Zorg ervoor dat er minimaal voor 3 dagen voer op voorraad is en er een plan is voor noodhuisvesting. 
  8. AVP is geen KVP: AVP kan sluimerend aanwezig zijn en is minder besmettelijk als KVP, waardoor het niet direct opvalt. De eerste verschijnselen zijn: hoge koorts, lusteloosheid en verliezen van eetlust. Soms zijn die verschijnselen bij maar enkele dieren te zien. Later in het ziekteproces kunnen de volgende symptomen worden gezien: hoesten, (bloederige) diarree, blauwverkleuring van de huid, neurologische verschijnselen en uitval. Het belangrijkste advies: neem bij twijfel onmiddellijk contact op met uw dierenarts. 

Als iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt kunnen we er samen voor zorgen dat we AVP buiten de deur houden!

Nadere informatie in het Bewaarnummer van het POV ledenmagazine ‘Het Varkensgeluid’ dat in april 2019 aan alle varkenshouders is toegestuurd. Download dit magazine hier.

In juli 2023 verscheen de extra editie van Het Varkensgeluid, geheel gewijd aan de Afrikaanse Varkenspest. Download hier de Speciale editie van Het Varkensgeluid over AVP.

RISICOFACTOREN VOOR INSLEEP

Wilde Zwijnen en menselijk handelen

De belangrijkste verspreiders van het AVP-virus zijn wilde zwijnen. Zij zorgen voor snelle verplaatsing van het virus binnen hun territorium dat doorgaans 15-20 kilometer in doorsnede is. Hierdoor verspreidt het virus 65 km per jaar westwaarts. Op microniveau verspreiden teken en vliegen het virus. In Azië wordt ook gewezen op kraaien als verspreiders van het virus. Het virus maakt grote sprongen door menselijk handelen. Het achterlaten van besmet voedsel op parkeerplaatsen wat door zwijnen wordt gegeten en besmet raken, is een zeer groot risico. Ook besmette mest aan schoeisel of voertuigen kan het AVP-virus enorme afstanden afleggen. Dat hebben we bijvoorbeeld gezien bij de uitbraak in België. 

Wilde zwijnen in Nederland

In Nederland zijn er verschillende gebieden waar wilde zwijnen leven (Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg). Het beleid hiervoor ligt bij de provincies. De meeste provincies hebben een nul schade beleid. Daarom is het belangrijk om schade te melden zodat de provincie op de hoogte is. Als POV zijn wij voor het terugdringen van leefgebieden van zwijnen en het reductie voor het zwijnenaantal. 

Ziet u een zwijn lopen? Doe een melding op www.waarneming.nl op basis hiervan wordt beheer gedaan en beleid uitgevoerd. Meldt ook altijd wild schade!

Voer

Aan het voeren van keukenafval en voedselrestanten zitten grote risico’s. Het is in de EU verboden deze producten (‘Swill’) aan varkens te voeren. 

Onderzoeken tonen aan dat het virus kan overleven in de grond en in gewassen waar karkassen van besmette zwijnen hebben gelegen. Het is daarom belangrijk om geen ruwvoer of fourageproducten (snijmais, stro, hooi, hokverijkingsmateriaal) afkomstig uit risicolanden -gebieden of van onbekende herkomst te verstrekken. Controleer altijd de herkomst van deze producten.  

Rondom de besmetting via veevoer zelf is onlangs nieuw onderzoek gepubliceerd door EFSA, publicatie juli 2024: https://efsa.onlinelibrary.wiley.com/doi/epdf/10.2903/sp.efsa.2024.EN-8776. De belangrijkste conclusie van de studie was dat verspreiding van AVP via diervoeder slechts in zeer uitzonderlijke gevallen is te verwachten. Eerder dacht men dat veevoer een grotere rol had in de verspreiding. Onderzoek is uitgevoerd door het Duitse Federale Instituut voor Risicobeoordeling (BfR), het Friedrich-Loeffler-Instituut (FLI) en de Zweedse Statens Veterinärmedicinska Anstalt (SVA) in opdracht van EFSA. Kwaliteitssystemen in Nederland zoals GMP+ spelen een belangrijke rol  

Etensresten in de natuur

Het risico van verspreiding, vooral door menselijk handelen, blijft onverminderd groot. Verspringen van het virus op de grote afstand gebeurd door ‘menselijk handelen’ en de grootste risico vorm voor insleep van AVP. Met name het achterlaten door etensresten (varkensproducten) in de natuur of op parkeerplaatsen, is een zeer groot risico voor insleep. Wilde zwijnen eten dit op en kunnen besmet raken met AVP. (Ook gehouden varkens mogen daarom geen varkensproducten / swill eten – zie kopje ‘voer’). Laat daarom nooit voedsel achter in de natuur of op parkeerplaatsen. 

Verspreiding via vrachtwagenchauffeurs 

Het achterlaten van voedingsmiddelen op parkeerplaatsen door chauffeurs uit AVP besmette landen, is een groot risico voor de insleep van Afrikaanse varkenspest (AVP). Dit risico bestaat vooral bij varkensvleesproducten. Het is daarom heel belangrijk dat het afval in de afvalbakken wordt gedeponeerd en dat er voldoende prullenbakken op de parkeerplaatsen zijn. Ook moeten deze prullenbakken vaak genoeg geleegd worden. 

In het kader van de gezamenlijke preventieve acties zijn op de belangrijkste parkeerplaatsen informatieborden geplaatst. Deze borden leggen het belang van het veilig inzamelen van etensresten duidelijk uit. Dierenartsen, slachterijen en varkenshouders leveren hun bijdrage aan het periodiek controleren van risicovolle parkeerplaatsen. 

Is er op deze parkeerplaatsen iets niet in orde? Meld dat dan via de Buiten-Beter-app

Werknemers uit het buitenland

Buitenlandse werknemers zijn hierbij een belangrijke doelgroep die we moeten blijven informeren en benaderen. De NVWA en de POV hebben voor arbeidsmigranten flyers beschikbaar om ze voor te lichten en te waarschuwen over het meenemen van voedselproducten. Handig om uit te delen en/of op te hangen in de bedrijfskantine. 

Download de oproepen voor buitenlandse werknemers in het TsjechischRoemeensBulgaarsPoolsNederlands en Engels.  Reizigers en toeristen

Reizigers en toeristen 

Mede op aandringen van de POV zijn de douanecontroles op import van vleesproducten door reizigers en toeristen (vliegvelden en haven) opnieuw verscherpt. Dit om te voorkomen dat er via die route besmette vleesproducten binnen komen. De NVWA heeft hierover regelmatig overleg met de douane instanties. Dit ook over het ontwikkelen en toepassen van waarschuwings- en informatiemateriaal. 

Voor buitenlandse chauffeurs en reizigers: zie hier de informatie van de NVWA  

Draaiboek bestrijding Afrikaanse Varkenspest

Voorop staat dat we alles moeten doen om AVP buiten Nederland te houden. In het geval dat AVP bij wilde zwijnen wordt geconstateerd zullen ongeveer dezelfde maatregelen gelden als voorheen in België en nu in Duitsland. De overheid is in dat geval verantwoordelijk voor de uitvoering en de kosten van de bestrijding. De draaiboeken hiervoor liggen klaar en in februari 2020 heeft er een oefening plaatsgevonden. De aanpak van AVP en ook KVP is wettelijk vastgelegd in de beleids- en uitvoeringsdraaiboeken.

Nadere informatie:

Drie dagen voer op voorraad

Bij een uitbraak van AVP of KVP bij gehouden varkens gaat er een landelijke standstill van kracht voor 72 uur. Hiermee krijgen alle varkenshouders in Nederland mee te maken. Het advies is dan ook om altijd voor minimaal drie dagen voer op voorraad te hebben.

Noodhuisvesting 

Bij een uitbraak van Afrikaanse varkenspest (AVP) onder wilde zwijnen of gehouden varkens is het nodig om te zorgen voor minimaal vier weken noodhuisvesting. Dat geldt voor de bedrijven die het dichtst bij de uitbraak liggen in het beschermingsgebied. Varkensbedrijven binnen de straal van minimaal 10 kilometer van de besmettingshaard, krijgen te maken met (vervoers)beperkingen.  

Als AVP is vastgesteld bij gehouden varkens, dan worden drie zones ingesteld op basis van EU-regelgeving:  

  • Besmet gebied: 1 kilometer rondom de besmettingshaard. 
  • Beschermingsgebied: minimaal 3 kilometer rondom de haard. 
  • Bewakingsgebied: minimaal 10 kilometer rondom de haard. 

Maatregelen per zone 

Hoogstwaarschijnlijk worden commercieel gehouden varkens in het besmette gebied (1-kilometerzone) uit voorzorg geruimd. Alle bedrijven in het beschermings- en bewakingsgebied staan onder verhoogd toezicht. Alle bedrijven in de 3-kilometerzone worden getest op AVP, in de 10-kilometerzone gebeurt dit testen steekproefsgewijs. Er is geen enkel transport van dieren toegestaan. Bedrijven in het beschermings- en bewakingsgebied zitten minimaal 30 dagen op slot. 

De beperkende zones worden opgeheven als de uitbraak beperkt blijft tot één locatie en er gedurende 30 dagen geen nieuwe besmettingen worden vastgesteld, na het ruimen van de dieren op het besmette bedrijf en de daaropvolgende reiniging en ontsmetting. Als er nieuwe besmettingen worden vastgesteld, gaat een volgende fase van het draaiboek in werking. Er worden nieuwe zones ingericht, met nieuwe restricties. 

Op de website van Holland Varken zijn de brochure Noodhuisvesting en het Plan voor noodhuisvesting te vinden. Bekijk hier ook de praktische tips.

Uitbraak wilde zwijnen 

Wanneer een besmetting uitbreekt onder wilde zwijnen, spreken we eerst van een ‘infected zone’. De maatregelen die gelden voor Zone II, zijn direct van toepassing op dit gebied. Daarna (na 1 tot 3 maanden) wordt deze ‘infected zone’ omgezet in een ‘Zone II’ met daaromheen een ‘Zone I’. Voor de ‘infected zone’ geldt als extra beperkende maatregel dat er vanuit die zone geen varkens of producten van varkens de grens over mogen. Deze mogen wel binnen Nederland worden afgezet.  

De Europese commissie kan een Zone I (buffergebied) instellen rondom het besmette gebied (Zone II). De praktijk leert dat dit vrijwel altijd gebeurt. In Zone I wordt de populatie wilde zwijnen gereduceerd. De geschoten wilde zwijnen worden gecontroleerd op AVP.  

Wilde zwijnen in Zone II wordt zoveel mogelijk afgerasterd. In dit gebied geldt een jacht- en beheerverbod, om onrust en verspreiding van de wilde zwijnen te voorkomen. Als de ziekte niet vanzelf uitdooft, kan alsnog worden besloten de zwijnen in deze zone  te doden. 

Wat er gebeurt bij een uitbraak bij gehouden varkens of wilde zwijnen, staat uitgelegd in de extra editie van Het Varkensgeluid, geheel gewijd aan de Afrikaanse Varkenspest. Download hier de Speciale editie van Het Varkensgeluid over AVP.

Meld direct verschijnselen van AVP

AVP is een aangifteplichtige ziekte. De verschijnselen van AVP worden toegelicht in het volgende animatiefilmpje van de EU-commissie. 

https://youtu.be/eyQ4t1wHl2M

Elke klinische verdenking moet worden gemeld bij de NVWA via het Centraal meldpunt Dierziekten ((045) 546 31 88). Dit geldt zowel voor varkenshouders als voor dierenartsen. Voor vragen over AVP kunnen varkenshouders en dierenartsen telefonisch terecht bij de Veekijker van GD 088 20 25 555optie 2.

Download hier de Speciale editie van Het Varkensgeluid over AVP.

Hoe herken ik AVP? 

AVP kan sluimerend aanwezig zijn, waardoor het niet opvalt. De eerste verschijnselen ontstaan ongeveer vier dagen na infectie. De eerste verschijnselen zijn: hoge koorts, lusteloosheid en verliezen van eetlust. Soms zijn die verschijnselen bij maar enkele dieren te zien. Later in het ziekteproces kunnen de volgende symptomen worden gezien: hoesten, (bloederige) diarree, blauwverkleuring van de huid, neurologische verschijnselen en uitval. Het belangrijkste advies: neem bij twijfel onmiddellijk contact op met uw dierenarts. 

Bel bij het geringste vermoeden uw dierenarts of de NVWA 

Elke klinische verdenking moet worden gemeld bij de NVWA via het Centraal meldpunt Dierziekten ((045) 546 31 88). Dit geldt zowel voor varkenshouders als voor dierenartsen. Voor vragen over AVP kunnen varkenshouders en dierenartsen telefonisch terecht bij de Veekijker van GD 088 20 25 555, optie 2. 

Na de melding zal de NVWA samen met een specialist van de GD binnen enkele uren op het bedrijf komen. De dierenarts die de melding heeft gedaan, moet tot die tijd op het bedrijf blijven. De NVWA zal monsters nemen voor onderzoek door Wageningen Bioveterinary Research. De uitslag is binnen 24 uur bekend. Totdat de uitslag bekend is, geldt voor het bedrijf een verbod voor het afvoeren en aanvoeren van dieren en mag de dierenarts geen andere varkensbedrijven bezoeken. Bij het niet melden van een aangifteplichtige ziekte kan de persoon medeverantwoordelijk worden gesteld voor het verspreiden van de dierziekte. 

Doe gratis ‘Early warning’ diagnostiek 

Bij ziekte en/of onverklaarbare verhoogde uitval op het bedrijf, kan de dierenarts ervoor kiezen om naast de reguliere diagnostiek en behandeling ook monsters te laten onderzoeken op AVP en KVP. Dit wordt ‘early warning’ diagnostiek genoemd. Deze beslissing kan de dierenarts samen met de veehouder nemen, zonder tussenkomst van de NVWA. Het nemen van de monsters heeft geen consequenties voor het bedrijf. Het bedrijf gaat dus niet op slot en er worden geen laboratoriumkosten in rekening gebracht. De uitslag volgt na 1-3 werkdagen. Als AVP/KVP een reële mogelijkheid is, dan moet direct contact worden opgenomen met de NVWA. 

Download hier de Speciale editie van Het Varkensgeluid over AVP

Hobbyhouders en buitenvarkens

Er is nog veel onbekendheid bij de houders van hobbyvarkens over wat er zoal komt kijken bij het houden van varkens. De POV vindt het belangrijk dat hobbyhouders zich registreren via een UBN en goed worden geïnformeerd over de wettelijke eisen die ook voor hen gelden. Praktische informatie voor hobbyhouders, ook over diergezondheid en het voorkomen van insleep van AVP, is samengebracht in een flyer. Wanneer varkenshouders contact hebben met hobbyhouders is het goed om ze ‘met de flyer in de hand’ op een vriendelijke wijze te informeren. Er is meestal geen sprake van onwil, maar van onwetendheid.

De POV werkt samen met de Hobby Varkensvereniging, GD en KNMvD om de bewustwording met betrekking tot registratie, goede houderij en diergezondheid te vergroten. Er staat veel informatie op de website van de Hobby varkensvereniging. Op deze website is ook een mooie infographic beschikbaar.   

De hobbyhouders zijn te onderscheiden in een groep die het varken als huisdier hebben (bijvoorbeeld hangbuikzwijntjes, kune kune) of een aantal varkens voor consumptie. In beide gevallen moet men voldoen aan alle regels en wetgeving voor het houden van varkens. 

Buitenvarkenshouders 

Naast biologische varkenshouders zijn er verschillende concepten waar varkens in een buitensysteem worden gehouden. Deze buitenvarkenshouders hebben meer dan vijf varkens die voor consumptie zijn bestemd. Voor deze buitenvarkenshouders gelden dezelfde regels en wetgeving als voor alle andere vormen van bedrijfsmatig varkenshouden. Deze varkenshouders hebben bijvoorbeeld ook een bedrijfsstatus (D bij enkel vleesvarkens of B bij ook fokkerij). 

Sinds kort hebben de buitenvarkenshouders zich verenigd om deze manier van varkenshouden te professionaliseren op het gebied van voedselveiligheid en (externe) bioveiligheid. POV werkt samen met de vereniging om AVP te voorkomen. Gezamenlijk is er gewerkt aan het opstellen van extra biosecurity eisen en een aparte AVP-preventiescan voor de groep buitenvarkenshouders gemaakt. 

Beheer en reductie aantallen wilde zwijnen in Nederland

Het virus verspreidt zich over een grote afstand door ‘menselijk handelen’. Een voorbeeld is besmet vlees wat wordt achterlaten in de natuur of parkeerplek en wat vervolgens gegeten wordt door een wild zwijn. De belangrijkste verspreiders van het AVP-virus op korte afstand is verspreiding onder zwijnen. Zij zorgen voor snelle verplaatsing van het virus binnen hun territorium dat doorgaans 15-20 kilometer in doorsnede is.  

 

Wanneer AVP hier uitbreekt onder wilde zwijnen betekent dat een regelrechte ramp voor de varkenssector. De gevolgen zijn bovendien veel breder: in een ruim gebied rond de besmettingshaard wordt het toeristisch en agrarisch verkeer aan banden gelegd. Dit betekent dat toegang tot recreatiegebieden en bossen beperkt worden en dat er beperkingen komen op het oogsten van gewassen. Alles is er op dat moment op gericht om zo min mogelijk bewegingen van mensen, dieren en wilde zwijnen te realiseren. 

De POV vindt dat de omvang van de wilde zwijnen populaties en leefgebieden in Nederland drastisch moet worden gereduceerd. In de Roadmap preventie AVP, die op initiatief van de POV tot stand is gekomen, zijn afspraken met LNV, provincies en natuurorganisatie gemaakt om dit te realiseren.  

Kernpunten benadering POV en LTO organisaties wilde zwijnen en AVP: 

  1. In de gebieden waar op dit moment zwijnen zijn gevestigd moet maximaal worden ingezet op populatievermindering. Elders, waar nog geen zwijnen voorkomen, moet gewerkt worden aan het voorkomen van uitbreiding van de leefgebieden. Met andere woorden: daar dient een nulstand voor wilde zwijnen nagestreefd en gerealiseerd te worden. 

  2. Lokaal, regionaal, provinciaal en landelijk moet maximaal ingezet worden op samenwerking tussen alle belanghebbenden om te voorkomen dat AVP uitbreekt in ons land. Op regionaal niveau is de POV daarom actief met regionale POV bestuurders en leden. Ook is hierin nauwe samenwerking met de jagersvereniging. 

  3. Beheer van wilde zwijnen moet overal mogelijk zijn. Grondeigenaren die niet meewerken aan het vastgestelde beleid met betrekking tot wilde zwijnen dienen hiertoe gedwongen te worden, middels een provinciale opdracht. 

  4. In het geval van een uitbraak van AVP in de nabijheid van gebieden waar het vastgestelde beleid met betrekking tot wilde zwijnen niet wordt uitgevoerd dienen de grondeigenaren van betreffende gebieden aansprakelijk te worden gesteld. Dit voor de directe kosten voor de Nederlandse varkenshouderijsector, de kosten van de indirect getroffen sectoren (horeca, recreatie) en de overlast die iedere Nederlander in de omgeving van een AVP-uitbraak zal ondervinden. 

  1. Beheer van wilde zwijnen dient zo professioneel en uitgebreid mogelijk plaats te vinden. Dit betekent dat de overheid hiertoe de middelen moet vergunnen en er financiële bijdragen moeten komen voor de uitvoerders. Daar waar de jagers, terreinbeheerders en andere uitvoerders er niet in slagen om intensieve bejaging van wilde zwijnen te organiseren, terwijl het voorkomen van zwijnen wel bij herhaling wordt vastgesteld, moet de inzet van interventieteams serieus worden overwogen. 

  1. Rasteren is een essentieel item in de gereedschapskist bij het tegengaan van AVP. Bestaande rasters dienen in beeld gebracht te worden en aangevuld op strategische plaatsen. Viaducten en faunapassages moeten worden voorzien van zwijnkerende rasters. Parkeerplaatsen in gebieden met wilde zwijnen dienen ook voorzien te worden van een raster. Vuilnisbakken dienen afsluitbaar te zijn en voorzien te zijn van voorlichtingsmateriaal over gevaar van de overdracht AVP via voedsel naar wilde zwijnen. 

  1. Bewustwording van de gebruikers van het buitengebied met betrekking tot AVP is zeer belangrijk. Dit is primair een verantwoordelijkheid van de overheid. Als men zich bewust is van de symptomen bij wilde zwijnen kunnen bij onraad direct de juiste instanties worden ingeschakeld om de gevolgen van een uitbraak zo beperkt mogelijk te houden. 

Monitoring wilde zwijnen

Het programma Monitoring Wilde Zwijnen is een middel om aan te tonen dat wilde dieren vrij zijn van aangifte- en bestrijdingsplichte ziekten. Deze monitoring wordt uitgevoerd bij Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) en richt zich op AVP, KVP en ziekte van Aujezky (ZvA). 

Jagers verzamelen van ieder geschoten zwijn een bloedmonster. Dit wordt onderzocht in het laboratorium van de WBVR. Vervolgens worden deze monsters steekproefsgewijs onderzocht.  

Dit monitoringsprogramma is iets anders dan ‘Early Warning AVP – protocol melden en monstername gevonden kadaver wild zwijn’. Deze twee initiatieven worden vaak door elkaar heen gehaald. Bij de Early Warning wordt elk dood gevonden wild zwijn waarvan de doodsoorzaak niet op aanwijzingen (aanrijding, schot) te bepalen is beoordeeld en bemonsterd. Deze zwijnen worden wel direct door WBVR op virus onderzocht. Daar is op aandringen van de POV aan toegevoegd dat ook wilde zwijnen van de waarvan de fauna beheer het vermoeden heeft dat ze een mogelijk gevaar kunnen vormen voor de insleep van een bestrijdingsplichte dierziekte, via dit protocol worden beoordeeld en bemonsterd. 

Thema's

POV maakt gebruik van cookies.

Wij gebruiken functionele en analytische cookies om onze website gebruiksvriendelijker te maken en een goede werking van onze website te kunnen garanderen. Wij gebruiken daarnaast ook marketingcookies. Ze geven ons geanonimiseerde informatie waardoor wij onze bezoekers zoveel mogelijk relevante content kunnen tonen. Ook kunnen wij u door het gebruik van marketingcookies advertenties laten zien. Wanneer u op 'doorgaan' klikt, geeft u ons toestemming voor het plaatsen van deze marketingcookies. Meer informatie over het gebruik van cookies door POV kunt u lezen in onze privacyverklaring.