Kamerbrief Dierwaardige veehouderij doorkruist overleg sector

Minister Adema heeft op 1 maart 2024 een Kamerbrief naar buiten gebracht over de wijziging van de Wet Dieren en dierwaardige veehouderij. In de brief noemt de minister tal van maatregelen voor veehouders waarbij ook jaartallen worden genoemd. POV: “Met deze brief doorkruist de minister de gesprekken die aan de convenanttafel Dierwaardige veehouderij worden gevoerd. Verder lezen we niks terug over de randvoorwaarden die noodzakelijk zijn om de stappen te kunnen zetten. De minister legt de verkeerde focus in opmaat naar het wetgevingsoverleg van aanstaande maandag.”

Aanstaande maandag spreekt de Tweede Kamer over de wijziging van de Wet Dieren. Hiermee moet het juridisch onuitvoerbare en niet handhaafbare amendement uit 2021 worden hersteld. Dit amendement van de Partij voor de Dieren kreeg destijds de steun van de Tweede en Eerste Kamer. Om wel verdere stappen te zetten richting een meer dierwaardige veehouderij, is de sector al anderhalf jaar in gesprek over een Convenant Dierwaardige Veehouderij. POV is hierbij betrokken. Vanuit deze overlegtafel komen concrete voorstellen en maatregelen om verdere stappen te zetten op gebied van dierenwelzijn, en het natuurlijke gedrag van dieren centraal te zetten in de veehouderij.

Samenwerking Dierenbescherming en Coviva

De minister doorkruist met zijn brief ook eerdere afspraken. De POV heeft samen met de Dierenbescherming een plan van aanpak opgesteld voor de varkenshouderij om invulling te geven aan dierwelzijn richting de toekomst. Binnen Coalitie Vitale Varkenshouderij (CoViVa) wordt hier sinds 2020 al aan gewerkt, zoals stapsgewijs en verantwoord stoppen met couperen van staarten. Ook hier is de Dierenbescherming bij betrokken.

Geen garanties uit de markt

De individuele maatregelen waar de minister nu mee komt, zijn niet onbekend voor de agrarische sector. Deze worden nu al hier en daar toegepast binnen concepten of keurmerken. Echter, nu is het nog de markt die de boer daarvoor een meerprijs betaalt. Als het een wettelijke verplichting met een jaartal erbij wordt, gaan marktpartijen daarvoor niet meer extra betalen. Dan is dat het nieuwe ‘normaal’ en zal de veehouder er enkel aan inkomen op achteruitgaan. De bijdrage vanuit de markt en keten is één van de cruciale randvoorwaarden om deze transitie te laten slagen. Het is ook aan de overheid om daar hardere afspraken over te maken dan nu in het ‘niet-landbouwakkoord’ zijn genoemd.

Randvoorwaarden

Deze week is bij het rondetafelgesprek over dit thema door POV, LTO, de voorzitter van de convenanttafel, maar ook de Dierenbescherming aangegeven dat het niet een vraagstuk voor de boer alleen is. Stappen op dierwaardigheid kunnen pas gemaakt worden als de randvoorwaarden worden ingevuld. En pas het volgende kabinet is in de positie om daarin te kunnen voorzien. Deze transitie is een vraagstuk dat moet worden ingevuld door de gehele keten van boer tot consument. Daarbij heeft elke partij (markt, overheid) zijn eigen rol. We zitten en zaten met elkaar in een traject om enerzijds stappen op dierwaardigheid te formuleren en anderzijds te zorgen dat de randvoorwaardes ook ingevuld worden om die stappen mogelijk te maken. Die randvoorwaardes worden niet ingevuld met het amendement. Het wijzigingsvoorstel, de nota van wijzing van minister Adema, gaf en geeft ruimte om het stapsgewijs en afhankelijk van realisatie van randvoorwaardes in te vullen.

Wetgevingsdebat

Het wetgevingsdebat van 4 maart moet gaan over vragen als: Wat gaan de markt en keten doen? Uiteindelijk moeten zij gaan meebewegen om die meerprijs te gaan betalen. Wat gaat de overheid doen? Het kabinet zal financieel de transitie moeten stimuleren en zorgen dat de vergunningen van de grond komen. Hoe wordt de markt beschermd tegen producten die met lagere standaarden elders gemaakt worden? En wellicht nog de belangrijkste politieke vraag: Wat is de consument bereid om als meerprijs te betalen?

Ook is het belangrijk om Europees een gelijk speelveld te hebben. De EU is ook bezig met het wijzigen van de wetgeving voor dierenwelzijn. Het kan niet zo zijn dat wij dadelijk nog strengere maatregelen hebben dan de nieuwe EU-wetgeving, die ergens komend najaar wordt verwacht. Stappen moeten daarom zoals in de brief van de minister ook wordt aangegeven, afgestemd worden met de ontwikkelingen in Europa.

Autoriteit Dierwaardige Veehouderij

Tijdens het rondetafelgesprek is meermaals verwezen naar het oprichten van een autoriteit, zoals eerder bij de antibiotica-aanpak is gedaan. Zo’n autoriteit is onafhankelijk en monitort alle facetten in de keten die stappen moeten zetten: de boer, de overheid en de markt. Daarmee stuurt die autoriteit op stappen die genomen kunnen worden en adviseert gevraagd en ongevraagd over de voortgang. De autoriteit overziet ook de integrale ontwikkeling naar een dierwaardige veehouderij.  

 

 

Naar overzicht